Delen van het land werden getroffen door de radioactieve emissies na het ongeluk in Tsjernobyl op 26 april 1986, en sommige gebieden in het noorden hebben anno 2018 nog steeds problemen met de nasleep.

De explosie bij Tsjernobyl stootte radioactieve substanties uit tot wel 1,5 kilometer hoog. Van deze hoogte werd een radioactieve wolk naar gebieden in Scandinavië gevoerd, waar het neersloeg op de velden.

Rendieren zijn vaak nog steeds te radioactief besmet om zo maar verkocht te kunnen worden voor vleesconsumptie.

De oorzaak van de besmetting is het met Cesium-137 besmet mos en paddenstoelen dat door de rendieren gegeten wordt. In 2014 is er een piek gemeten in radioactiviteit in rendieren omdat het een enorm goed jaar was voor paddenstoelen, die dus veel gegeten werden door de loslopende rendieren.

Tegenwoordig worden de rendieren voor hun slacht in een omheind gebied gehouden en daar worden zij met onbesmet voedsel gevoed terwijl hun radioactiviteit afneemt.