Zonsopgang in Stavanger

Stavanger is een stad en zeehaven in zuidwest Noorwegen. Het ligt aan de oostkant van een schiereiland, met de Noorse zee aan de westkant en de Gands Fjord, een zuidelijke tak van de brede Bokna Fjord, in het oosten.

Stavanger werd de zetel van een bisdom in de 12e eeuw, toen de kathedraal van St. Swithun werd gebouwd. Hoewel het in 1425 een koninklijk handvest ontving als handelsstad, groeide Stavanger erg langzaam. Na de protestantse Reformatie werd het bisdom in 1682 overgeplaatst naar Kristiansand , maar in 1925 werd in Stavanger een nieuwe lutherse bisschop aangesteld.

Scheepsbouw en scheepvaart zijn belangrijkste economische activiteiten van de stad, samen met, sinds 1971, de raffinage van Noordzee- olie. Stavanger werd het centrum voor alle service-activiteiten in verband met de ontluikende olie en gas industrie in de Noordzee. De beschermde ijsvrije haven is de dichtstbijzijnde grote Noorse haven richting Groot-Brittannië.

Voedselverwerking, vooral het inblikken van sardines en andere visproducten, was vroeger een belangrijke industrie. Het Noorse Conservenmuseum is een van de vele lokale musea die samen het Museum Stavanger vormen. Andere musea zijn het Noorse Petroleum Museum, Stavanger Maritiem Museum en Stavanger Art Museum.

Stavanger is ook de plaats van de Kongsgård Grammar School (voorheen een koninklijke residentie) en de uitkijktoren van Valbergtårn. De kathedraal van St. Swithun, met zijn Normandische en gotische architectuur, is een andere populaire toeristische attractie.

Stavanger is tevens de toegangspoort tot het landbouwgebied Jæren, dat ten zuiden van de stad ligt.